Dik.nl bevat affiliate links. We ontvangen mogelijk een commissie als u een aankoop doet via deze links.

5 tips als je op jezelf gaat wonen

5 tips als je op jezelf gaat wonen

Laatst bijgewerkt: 5 oktober 2022

Je hebt de stap gezet: op jezelf wonen! Het maakt niet uit of je 18, 24 of 30 bent – het blijft een grote stap. Vanaf nu moet je allerlei zaken zelf gaan regelen. Niet alleen moet je vaker koken en schoonmaken, ook moet je zorgen dat je televisie werkt, dat je gas/water/licht hebt en nog veel meer. Maar wat moet je allemaal regelen? Waar moet je rekening mee houden? Dit artikel geeft jou 5 tips voor als je op jezelf gaat wonen.


Tip 1 – Maak je financiën inzichtelijk

De mogelijkheden voor het op jezelf wonen zijn enorm afhankelijk van jouw financiële situatie. Hoeveel inkomsten verwacht je ongeveer? Je kunt alle soorten inkomsten bij elkaar optellen. Voor een student bestaan de inkomsten bijvoorbeeld uit studiefinanciering, eventuele financiële toelage van ouders ouders, zorgtoeslag en natuurlijk opbrengsten vanuit een (bij)baan. Het is belangrijk om te kijken of je recht hebt op bepaalde extra toeslagen, zoals huurtoeslag. Onder de streep komt een bepaald bedrag uit. Maar wat moet je daar allemaal van betalen? Nu wordt het tijd om de kosten op een rijtje te zetten. De grootste kostenposten zijn, in het geval van de student, de huur van een kamer (of appartement/huis voor niet-student), studiekosten, verzekeringskosten, gas/water/licht/elektriciteit, kosten voor mobiele- en andere abonnementen et cetera. Dit zijn je vaste lasten. Zet ook altijd wat geld apart voor (onverwachte) grote uitgaven, of incidentele uitgaven zoals vakantie.

Hoeveel kost alles eigenlijk?

Als je op jezelf gaat wonen, kom je er misschien wel voor het eerst achter wat de waarde van geld is. In de supermarkt vliegt de €20 er zo doorheen. Even lunchen met een vriend of vriendin, en je bent weer €10 verder. Het is belangrijk om je hier bewust van te worden. Daarnaast is het ook handig om je te verdiepen in besparingstips. Zo schreven wij een artikel over het besparen op voedingswaren. Iets dat voor veel mensen een van de grootste kostenposten is!

Het helpt om een kasboek bij te houden

Een kasboek kan jou helpen om inzicht te krijgen in je bestedingspatroon. Geen zorgen, je hoeft dit niet de rest van je leven bij te houden. Doe het gewoon een paar maanden om inzicht te krijgen in wat je uitgeeft, binnenkrijgt en hoe duur alles is. Aan de hand van deze statistieken kun je jouw uitgaven eventueel aanpassen. Hoe je precies een kasboek bijhoudt, en wat de voordelen zijn, lees je in dit artikel.


Tip 2 – Zo zoek je naar een woonruimte

Als je jouw financiële plaatje voor ogen hebt, dan weet je als het goed is hoeveel je maximaal uit wilt geven aan het aspect ‘wonen’. Je moet hierbij een onderscheid maken in kale huur (dus de huur exclusief servicekosten en kosten voor gas, water en licht) en inclusieve huur (huur waarin deze kosten al zijn inbegrepen). Het maximum moet altijd gebaseerd zijn op de kosten die je in totaal wilt maken (dus voor een huis inclusief gas, licht en water). Als je een huis met kale huur ziet, moet je dus voor jezelf uitrekenen wat je ongeveer kwijt zou zijn aan extra kosten. Dan kom je op een geschat eindbedrag neer en kun je kijken of dit binnen je budget valt.

Kamers, appartement of koophuis?

De meeste mensen gaan op zichzelf wonen als ze gaan studeren. In deze situatie is het vanzelfsprekend om op kamers te gaan. Dat houdt in dat je een kamer huurt in een huis dat je deelt met anderen. Soms heb je alle faciliteiten voor jezelf, maar meestal deel je de badkamer en/of keuken met andere huisgenoten. De huur voor een kamer ligt gemiddeld op €360 per maand, maar dat verschilt heel erg per stad. In steden zoals Amsterdam mag je blij zijn als je voor €500 op een kleine kamer van 10m2 zit.

Een tweede optie is een appartement. Dan heb je alle faciliteiten voor jezelf. Dat betekent ook dat je in je eentje verantwoordelijk bent voor dingen die je anders wellicht met huisgenoten zou delen. Bijvoorbeeld schoonmaken, maar ook de aanschaf van huishoudelijke apparaten zoals de wasmachine of koelkast. En als er iets kapotgaat, dan moet je dat zelf zien op te lossen… Al dan niet met de huisbaas. Appartementen zijn groter en daarom ook duurder. Als je op jezelf gaat wonen kun je het beste kiezen voor een studio. Dat is een appartement met een slaapkamer. Onder bepaalde voorwaarden kun je huurtoeslag krijgen, dus zo duur hoeft het niet eens te zijn!

De derde optie is het kopen van een huis. Er is bijna niemand die direct een huis koopt als hij/zij op zichzelf gaat wonen. Je moet immers eerst ontdekken hoe het is om op jezelf te wonen! En wat je eigenlijk verwacht van een woning. Daarnaast hebben veel mensen die net op zichzelf gaan wonen nog niet genoeg eigen geld om een huis te kopen.


Tip 3 – Deze zaken moet je allemaal regelen 

Ineens realiseer je hoeveel er eigenlijk via je ouders geregeld was. Niets gaat vanzelf! Jouw ouders hebben namelijk contracten afgesloten voor energie, televisie, internet, telefonie et cetera. Nu je op jezelf gaat wonen moet je dit soort dingen zelf regelen. Je kunt deze verantwoordelijkheid nog heel even uitstellen door een huis/kamer te huren dat ‘inclusief deze voorzieningen’ is. Dan regelt de huisbaas het namens de bewoners.

Een tweede aspect dat je écht goed moet regelen zijn verzekeringen. Allereerst een inboedelverzekering, zodat de spullen in je huis of kamer goed verzekerd zijn. Niet alleen tegen diefstal, maar ook tegen schade van brand of water. Daarnaast moet je een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Deze verzekering dekt de schade die jij (per ongeluk!) berokkent aan andere personen en hun spullen. Let op: zolang je studeert kun je tot je 27e ‘meeverzekerd’ blijven bij je ouders.

Het laatste aspect dat we in dit rijtje willen behandelen, zijn adreswijzigingen. Ineens verloopt alle communicatie namelijk via jouw nieuwe adres. Tegenwoordig gebeurt er een heleboel via de mail, maar toch is post nog niet volledig uit onze maatschappij verdwenen. Zo worden er pasjes verstuurd, rekeningen, nieuwsbrieven en ga zo maar door. Geef aan alle belangrijkste instanties door dat je gaat verhuizen! Vergeet de gemeente niet te informeren. Als je naar een andere gemeente verhuist moet je je uitschrijven in je huidige gemeente en inschrijven in de ‘nieuwe’ gemeente.

Maak veel vergelijkingen

Door verschillende aanbieders van diensten te vergelijken, kom je er al gauw achter welke aanbieder voor jou het voordeligste is. Het is zonde om de eerste de beste zorgverzekeraar te selecteren, als je bij een andere misschien wel studentenkorting kunt krijgen! Daarnaast zit er ook een heel fors prijsverschil tussen aanbieders van internet en televisie. Dat is ook zo voor andere producten. Vergelijk dus goed voordat je een keuze maakt! Het kan veel geld besparen.


Tip 4 – Dit heb je allemaal nodig qua uitzet

Als je op jezelf gaat wonen moet je ineens een heleboel kopen. Je neemt wellicht wat spulletjes mee uit de woning van je ouders, maar er moet ook een heleboel bijkomen… Allereerst meubels. Een bed, kledingkast, bank en bureau zijn eigenlijk de basisstukken. Daarnaast moet je natuurlijk ook alles hebben voor een goede nachtrust. Dus dekens, kussens, beddengoed. En dan nog alles wat je nodig hebt voor de keuken: borden, bestek, pannen et cetera. Vergeet persoonlijke verzorging niet. Verzorgingsproducten, maar ook een goede spiegel, kam, tandenborstel en wat je al dan niet nodig hebt. Wil je echt zeker weten dat je niets vergeet? Lees dan ons uitgebreide artikel ‘Wat heb je allemaal nodig voor een uitzet?’. Hier staat voor zowel studenten als niet-studenten beschreven waar ze allemaal aan moeten denken voor hun uitzet.


Tip 5 – Het is handig om je buurt te leren kennen!

Ga je verhuizen naar een nieuwe buurt of een nieuwe stad? Dat kan best wel spannend zijn. Maar hoe sneller jij je vertrouwd voert met de nieuwe buurt, des te sneller je je ‘thuis’ voelt op je kamer of  in je appartement. Dus ga lekker op verkenning in de buurt! Loop of fiets er rond, bekijk waar alle winkels zitten en waar alle andere faciliteiten zich bevinden. Bijvoorbeeld de bioscoop, apotheek, sportschool of een park. En waar zitten praktische instanties, zoals het politiebureau of de fietsenmaker? Het is superleuk om een nieuwe buurt te leren kennen, en je zal hierdoor sneller wennen aan het op jezelf wonen.

Vergeet de buren niet

Ze zeggen niet voor niets: “Een goede buur is beter dan een verre vriend.”. Daarom is het belangrijk om te investeren in het burencontact. Stel je even aan elkaar voor en kijk of er een klik is of kan ontstaan. Als er een keer iets is, kun je bij elkaar terecht. En misschien bloeit er wel een nieuwe vriendschap op :-). Voor studenten die op kamers gaan, is het verstandig om direct de kamergenoten te leren kennen. Hoe beter het contact met de huisgenoten is, des te leuker jouw studententijd zal worden. Het is hartstikke leuk als je thuiskomt in een huis vol gezellige mensen, met wie je samen kunt eten en lekker bij kunt praten!



foto auteur Anne von Gleich
Dit artikel is geschreven door Anne von Gleich

Anne is freelance tekstschrijver en content marketeer bij Sans Plus. Met oog voor detail en hart voor de doelgroep brengt ze elk verhaal tot leven.

Website LinkedIn
Dit artikel is geplaatst in de volgende categorie(ën): Woning Huishouden

Suggestie insturen

Opmerkingen, verbeteringen of suggesties op dit artikel? We horen graag van je zodat we de inhoud van dit artikel nog beter kunnen maken. Vul het onderstaande formulier in:


Tip van onze redactie

Copyright Dik.nl 2024 | DIK.NL geeft antwoord op je vraag